Historie Presenttopbar image

Bedrijfsprofiel

Doelstelling

Historie Present stelt zich ten doel het historisch bewustzijn te vergroten. Zij doet dit door geschiedkundige uitgaven, maar ook door lezingen, excursies en publicaties in diverse media.

Expertise

Historie Present heeft expertise op de volgende terreinen:

Historicus drs. Luc Wolters

Afgestudeerd historicus (Leiden 1994), die zich in de navolgende jaren - naast diverse jobs in het bedrijfsleven - voortdurend met het beoefenen van geschiedenis heeft bezig gehouden door middel van het schrijven van veel artikelen en enkele boeken, het geven van lezingen, het publiceren en uitgeven, redactie van tijdschrift en jaarboek, verzorgen van rondleidingen en organisatie van tentoonstellingen, kortom met alle bovengenoemde expertiseterreinen.

Projectenlijst

Hieronder volgt een overzicht van:

Nota bene
Gewoonlijk specialiseert een historicus zich in een bepaald tijdvak (bijvoorbeeld Middeleeuwen of Tweede Wereldoorlog), maar in dit geval ligt de specialisatie vooral in de regio. Mede door de opdrachtgevers uit de provincie Limburg (Nl.) is kennis en inzicht vergaard in de uiteenlopende en soms versnipperde Limburgse historie (van prehistorie tot ‘gisteren’).

Publicaties

Hieronder een overzicht (selectie) van verschenen publicaties en artikelen.

Staatsmijn Beatrix. Gemiste kans of zegen?

Opdrachtgever: Rura. Uitgave: Vantilt Nijmegen (2018).
Deze publicatie verhaalt over de jongste staatsmijn, die nabij Herkenbosch (omgeving Roermond) had moeten verrijzen. In 1908 werd er steenkool aangetroffen. Veel plannen om tot exploitatie over te gaan, vonden geen doorgang. Dit veranderde door de Industrialisatienota (1949) van minister Van den Brink. Er zou in de Meinweg een nieuwe staatsmijnzetel tot stand komen. Van 1953 tot 1962 werden diepe schachten gegraven. Maar de plannen werden doorkruist door een veranderend energieaanbod nadat in Groningen het aardgas was gevonden. De beloftevolle komst van een mijn voor de Roerstreek mondde uit in een deceptie, maar werd toch grotendeels gecompenseerd door een forse streekontwikkeling, terwijl de Roerstreek de enkele jaren later aangekondigde mijnsluiting bleef bespaard.


De komst van Staatsmijn Beatrix was veelbelovend voor de Roerstreek; dit speelt zich af tegen de achtergrond van de energietransitie in de jaren vijftig en begin zestig van kolen naar gas3


‘Die “Schlacht um Aachen’ (Oktober 1944)’, in: Der Krieg ist aus. Politik, Alltag und Medien in Aachen.

Auteurs: Dietmar Kottmann en Luc Wolters
Uitgave: Centre Charlemagne, Couvenmuseum und Internationales Zeitungsmuseum (Aachen, Aken, nov. 2019).
Aken zou de eerste Duitse stad worden die de geallieerden veroverden. De betekenis – ook de symbolische – van deze stad was groot. Aken stond niet voor niets bekend als de stad van de legendarische Karel de Grote, de stad bovendien waar tot 1531 op enkele uitzonderingen na alle Duitse koningen werden gekroond. Het was dus niet zomaar een stad. De Duitsers met name hechtten, tot in het hoofdkwartier van de Führer toe, grote symbolische waarde aan Aken; dat was de reden waarom de weerstand, die de Amerikanen bij de verovering ervan zouden ondervinden, groot was.

Het Amerikaanse leger wist de ring rond Aken te sluiten. Op de voorpagina van de New York Times (17 oktober 1944) prijkt de foto van een zeer jonge krijgsgevangene. Op een andere voorpagina (5 november 1944) de eindeloze colonnes verslagen Duitse militairen


Houd moed! Persoonlijke oorlogsverhalen uit Simpelveld en Bocholtz.

Diverse auteurs. Hoofdauteur: Luc Wolters.
Uitgave: Heemkundevereniging De Bongard Simpelveld-Bocholtz (2019).
Een scala aan lokale onderwerpen komt aan bod: de persoonlijke lotgevallen van de lokale verzetsstrijders (Sjeng Bischoff, Sjeng Coenen, Wiel Grooten, Huub Hamers, Frans Henssen en Jacques Knops), de in Duitse krijgsdienst gedwongen kapelaan Hein Nobis, NSB’ers en SS’ers, Joden en Sinti, oorlogsslachtoffers o.a. als gevolg van oorlogshandelingen, arbeidsdwang of verdwaalde granaten. Het verraad van Weert, de Klap van Wittem, de Slag om Aken. Over Duitse en Amerikaanse gesneuvelden, maar ook over de strijd in Nederlands-Indië. Over Duitse Nederlanders die pardoes als krijgsgevangene worden geïnterneerd. Beschreven als levensschetsen.

Houd moed! Verscheen 75 jaar na de bevrijding in september 1944. De titel is ontleend aan de laatste brief van verzetsstrijder Huub Hamers die hij uit de gevangenis wist te smokkelen. Hij overleed in december 1944 in concentratiekamp Sachsenhausen.


100 jaar FSI. Sociaal ondernemer in een veranderende mijnstreek.

Auteurs: Fabian de Kloe en Luc Wolters.
Opdrachtgever en uitgever: Fonds voor Sociale Instellingen (2018).
Voortgekomen uit het voornemen om directe noden onder de mijnwerkers tijdens en na de Eerste Wereldoorlog te lenigen, heeft het Fonds voor Sociale Instellingen zich enorm met uiteenlopende sociale welzijnszorg en tal van sociaal-culturele activiteiten om de mijnwerkers van de Staatsmijnen bekommerd. Ook heeft het FSI een belangrijke bijdrage geleverd aan de werkgelegenheid in Zuid-Limburg, een regio die door zijn mono-industrie weinig tot geen kansen bood op alternatief werk. Dit behelsde werkverschaffing voor mijnwerkers die invalide waren geraakt of na de mijnsluiting hun baan zouden verliezen. Ook werden voor de dochters van Staatsmijnwerkers confectieateliers opgericht.

In het jubileumjaar liet het FSI een historisch boek en een glossy het licht zien.


‘De waterkrachtcentrale van “Het Steel”’ en ‘De aardappelvlokkenfabriek “Het Steel”. Innovatieve fabriek gaat met miljoenenschuld ten onder’, resp. in: Spiegel van Roermond 26 (2018) 78-83; 27 (2019) 140-169.

Stichting Rura – Roermond (2018).
Het bedrijf ‘Het Steel’ bouwde in 1919 aan de Roer de destijds grootste waterkrachtcentrale van Nederland. Het royaal opgezette bedrijf kende evenwel slechts een korte levensduur. Dit laat onverlet dat het productassortiment innovatief, enigszins speculatief en vrij duur was. In ieder geval zou de keuze van producten en grootse opzet door de oorlogseconomie van de Eerste Wereldoorlog danig vertroebeld blijken te zijn. Hoe dan ook, vóórdat nationaal en internationaal voldoende afzet was gevonden, waren er al dusdanig grote financiële problemen ontstaan, dat die na enkele jaren het einde van Het Steel inluidden. Het bedrijf liet een miljoenenschuld na.

‘Het Steel’ realiseerde aan de Roer de grootste waterkrachtcentrale van Nederland. Het bedrijf produceerde aardappel- en rijstvlokken.


‘Biografische schets’ en ‘Redder van Rolduc’, in: Mgr. Jos. Stassen, veelzijdig cultuurdrager 1921-2001.

Opdrachtgever en uitgever: Stichting Biografie Mgr. Jos. Stassen (2016). Onder redactie van ir. Piet Mertens en Lennart Willems MA.
Het boek – Mgr. Jos. Stassen, veelzijdig cultuurdrager 1921-2001 – behandelt het rijkgeschakeerde leven en werk van Jos. Stassen. Doordat zowel wetenschappelijke bijdragen als persoonlijke herinneringen zijn opgenomen, is een caleidoscopisch beeld ontstaan van deze sociaal bewogen priester, bevlogen kunstenaar en connaisseur van kunst en architectuur. Jos Stassen werd in 1947 tot priester gewijd, doceerde aan het gymnasium te Rolduc, volgde de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, was kunstenaar en kunstminnaar, directeur van de Jan van Eyck Academie en van de Academie van Bouwkunst, beide te Maastricht, en leidde Rolduc in de transitieperiode van opleidingsinternaat naar scholengemeenschap in een multifunctioneel gebouwencomplex. Hierover ontstond een controverse met bisschop Gijsen die telkens meer ruimte voor eigen doelen opeiste in het met miljoenen overheidsgeld gerestaureerde Rolduc.

In de biografie van Mgr. Jos. Stassen wordt deze priesterdirecteur van vele zijden belicht. Te Rolduc ontving hij onder meer Koningin Juliana die hij – in aanwezigheid van burgemeester Smeets en gouverneur Kremers – een foto van haar voorouders toonde.
Bronnen: cover boek. Foto: collectie familie Stassen.


‘100 jaar Bibliotheek Roermond. Katholieke bevoogding groeit uit tot informatiedeler Bibliorura’, in: Spiegel van Roermond 25 (2017).

Stichting Rura – Roermond (2016).
De kleurrijke historie van de Roermondse bibliotheek is ontstaan uit de katholieke bevoogdende wens om gepaste lectuur aan te bieden. Dat ging met ups en downs. In de begintijd fungeerde een priester als censor en werd een lijst met verboden boeken aangehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het bord ‘Voor Joden verboden’ uit protest verwijderd. De bibliotheek heeft zich ontwikkeld tot een dienende instelling die tot in de haarvaten van de samenleving present wil zijn. maar er is altijd een bepaalde afhankelijkheid; het Rijk stelde de vereisten, de lokale overheid moest het geld ophoesten. In dat opzicht is tekenend hoe de bibliotheek in het pand aan de Neerstraat terecht is gekomen. De tot elkaar veroordeelde partners belandden destijds in een stellingenoorlog. Toch is alles goed afgelopen.


Kinderboekenweek 1967.
Collectie Bibliorura.


Veldeke Limburg 1926-2016

Opdrachtgever en uitgever: Veldeke Limburg (2016).
In het kader van het 90-jarig bestaan van de vereniging Veldeke Limburg is 2016 uitgeroepen tot het ‘Jaor van de Limburgse Dialekte’. Naast tal van andere activiteiten is opdracht gegeven de historie van de vereniging te beschrijven in de context van de maatschappelijke ontwikkeling en met name van de streektaal daarin. Vanaf de oprichting van Veldeke in 1926 vindt de lezer in dit boek een uitvoerige beschrijving van een ontwikkelingsgang die de emancipatie van de streektaal weerspiegelt.
Hierin komen vele voorvechters van het gebruik van dialect in proza en poëzie aan bod, zoals prof. Jos. Schrijnen, dr. Edmond Jaspar, prof. Jac. van Ginneken, Jacques Schreurs, Frans Schleiden pr., Harie Loontjes, dr. Jo Kats, dr. Winand Roukens, Hais Chambille, drs. Pierre Heynen pr., drs. Jo Hansen, prof. Toon Weijnen, dr. Herman Crompvoets, dr. Pierre Bakkes en vele anderen, zoals troubadours Jo Erens, Sjef Diederen of dialectbands als Carboon, Janse Bagge Band, Rowwen Hèze e.a.

In het ‘Jaor van de Limburgse Dialekte’ verscheen het jubileumboek van dialectvereniging Veldeke.


Historie en tradities van het Limburgse schutterswezen

Opdrachtgever en uitgever: Oud-Limburgse Schuttersfederatie (2016).
Het Limburgse schutterswezen (in Nederlands- en Belgisch-Limburg) is cultureel erfgoed dat moet worden doorgegeven aan volgende generaties. De OLS-federatie vindt het daarom belangrijk dat de schutters enig historisch besef en gevoel voor tradities hebben. Dan kunnen de schutterijen in de eigen gemeenschap, aan nieuwe leden en de jeugd de eigen schuttershistorie beter toelichten en in context plaatsen. Aan deze publicatie was derhalve een lezingencyclus verbonden.
De oorsprong ligt in de stadsverdediging in de Middeleeuwen. Vanuit de steden heeft verspreiding naar het platteland plaatsgevonden. Door de eeuwen heen is het takenpakket aan verandering onderhevig. De tradities van de schutterijen wijzigen eveneens, beetje bij beetje, om voldoende bij de tijd te zijn.


De (Limburgse) schutterijen kunnen bogen op een rijke historie en vele tradities. Toch heeft het schutterswezen zich ook telkens aangepast aan de eisen van de tijd.


Hoeve Overhuizen. Verleden ontmoet Toekomst. Baronnen, boeren en bankiers in Bocholtz

Opdrachtgever en uitgever: Rabobank Centraal Zuid-Limburg (2015).
Het rijke verleden van hoeve Overhuizen te Bocholtz werd te boek gesteld b.g.v. de ingebruikname van het kantoorcomplex aan/in de hoeve door Rabobank Centraal Zuid-Limburg dat daarin het Adviescentrum vestigde. In 2015 waren de eerste exemplaren voor gouverneur drs. Theo Bovens en bestuursvoorzitter ir. Wiebe Draijer, Rabobank Nederland.
Aan de uitgestrekte eeuwenoude hoeve Overhuizen in Bocholtz, gemeente Simpelveld, is fors aangebouwd toen bleek dat de agrariër Vaessen er zijn bedrijf niet meer kon exploiteren. Overhuizen, al vermeld in de 14e eeuw, is in meerdere opzichten een zeer bijzondere hoeve: het omsluit namelijk een van de grootste pleinen van een boerenhof, er is nota bene een eigen kapel aan verbonden en de toegang ertoe wordt geboden middels een fantastische poort met opschriften en chronogrammen in zes talen. Als eigenaars en bewoners passeerde een rijtje adellijken de revue, zoals de families Van Overhuizen, Van Wilre, Van den Hove, landcommandeur Godfried Edmond van Bocholtz van Alden Biesen, Von Rochow tot en met De Marchant et d’Ansembourg. (Thans is Overhuizen eigendom van de MeanderGroep met een zorgfunctie).


Overhuizen is een buitengewone hoeve met opmerkelijke toegangspoort, enorm binnenplein en eigen kapel. Ook het rijtje van bewoners duidt opvallende persoonlijkheden aan, zoals landcommandeur van de Balie Alden Biesen van de Duitse Ridderorde, Godfried Edmond van Bocholtz en zijn protégé Otto Edmond von Rochow.
Foto’s: Bart Lommen.


Ferdinand von Plettenberg

Ferdinand von Plettenberg is al 275 jaar geleden overleden, maar toch is zijn erfgoed in het Gulpen-Wittemse nog springlevend. De graaf is namelijk van grote betekenis geweest voor het Wittemse, waar hij de kerk en het klooster Wittem stichtte, de kerk van Eys liet herbouwen, de kastelen Wittem en Neubourg onder handen nam en vele andere plannen meer realiseerde. Het biografische boek verhaalt over de persoon Ferdinand von Plettenberg (1690-1737), zijn machtige posities en grote betekenis voor keurvorst en aartsbisschop Clemens August van Beieren, die vijf maal vorstbisschop was.
Over het boek: Ferdinand von Plettenberg. Machtig minister, deskundig diplomaat en bemind bouwheer is geschreven door Luc Wolters. Het boek is uitgegeven in full colour, rijk geïllustreerd en telt 128 pagina’s. ISBN: 978-90-815398-0-7. Het kost € 20,- en is o.a. verkrijgbaar bij de auteur of de kloosterboekwinkel te Wittem.



Graaf Ferdinand von Plettenberg was een machtig eerste minister en diplomaat voor Clemens August van Beieren. Hij creëerde zijn eigen imperium in Wittem, Eys, Slenaken en Gulpen, waar hij het klooster Wittem stichtte en veel bouwde en verbouwde aan kastelen zoals Neubourg of overheidsgebouwen, zoals het Panhuis in Mechelen, waarin hij gewoonlijk zijn alliantiewapen liet opnemen (klooster 1892, Jelle Wind; foto’s auteur).


Rabobank onderzocht historie regionale coöperaties

De Verenigde Naties riepen 2012 uit tot ‘Jaar van Coöperatie’. De coöperatieve Rabobank Roermond-Echt gaf opdracht voor een onderzoek naar historie, spreiding, ontwikkeling en betekenis van de coöperaties in de regio Midden-Limburg, met vooral een blik op het heden en de toekomst. Luc Wolters verdiepte zich in het ontstaan en ontwikkeling van de coöperaties in de regio, interviewde vertegenwoordigers van coöperaties, analyseerde de actuele spreiding en het gebruik van de samenwerkingsvorm en toetste de spankracht. Hij stelde een overzicht samen van meer dan 150 coöperaties uit heden en verleden in het gebied Roermond-Echt. Veel coöperaties bleken te zijn voortgekomen uit de land- en tuinbouw, zoals boterfabrieken, molens, veilingen van zuivelproducten en van groenten en fruit, aankoop van veevoer, maar ook banken, verzekeringen etc. Deze coöperaties stimuleerden de agrarische economische ontwikkeling en hielpen bij emancipatie van boeren en arbeiders. Voorts waren er mede als gevolg van de Eerste Wereldoorlog in tal van plaatsen winkelcoöperaties.
Over het boek: ‘COOP-kracht. Coöperaties in de regio Roermond-Echt in verleden en heden’ is geschreven door Luc Wolters. Full colour, ruim 150 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd. Voor het onderwijs was er een lesbrief. Het boek was snel uitverkocht. Het is gratis te raadplegen via: http://issuu.com/pdfviewer/docs/coop-kracht/1



De coöperatie zorgde voor een fikse emancipatie van boeren en arbeiders. Het begon met de coöperatieve stoomzuivelfabrieken (foto Stevensweert, coll. Har Rutten). De afzet werd geregeld via veilingen, waarvan de Coöperatieve Roermondse Eiermijn een goed voorbeeld is. Voorts waren er coöperatieve aankoopverenigingen, banken (Boerenleenbank, sinds 1972 Rabobank) en Onderlinge verzekeringen. Voor de arbeiders kwamen er coöperatieve winkelverenigingen (Adv. NKO 1934; foto’s auteur).


Hierover verscheen deze bijdrage in Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad d.d. 03.11.2012, gepubliceerd met toestemming van Media Groep Limburg.


Adolph von Hompesch-Rürich

Het biografisch boek handelt over de grafelijke familie Von Hompesch van voormalig kasteel Walburg onder Ohé en Laak die in de negentiende eeuw een prominente rol heeft vervuld in de regio en in het bijzonder ook voor Thorn. De familie heeft een mecenasrol vervuld voor verenigingen en cultuurdragers van Thorn, Stevensweert en Ohé en Laak. Het onderzoek naar de levensloop van de graaf en zijn gezin heeft niet alleen op dat vlak verheldering gebracht, maar ook op zijn denkbeelden op gebied van godsdienst en waterhuishouding.
Het is geschreven door Luc Wolters en draagt als titel ‘Graaf Adolf Von Hompesch Rürich (1834-1893). Over de banden tussen muzikaal Thorn en de grafelijke familie Von Hompesch’, is in 2012 uitgegeven b.g.v. de jubileumviering 200 jaar blaasmuziek in Thorn. Het redactieteam bestond uit Har Rutten, Peter en Huub Parren
Het rijk geïllustreerde boek is voor € 25,- verkrijgbaar bij boekhandel De Stift te Thorn, de streek VVV te Stevensweert en Thorn of per e-mail: ansfriedstichting@kpnmail.nl.


Graaf Adolph von Hompesch-Rürich roerde zich behoorlijk. Hij bewoonde het verdwenen kasteel Walburg te Ohé en Laak (foto’s: coll. har Rutten). Bij zijn huwelijk werd door bisschop Paredis al voor deze afvallige katholiek gewaarschuwd. Desondanks ontplooide deze kamerheer des Konings zich als cultuurminnaar en -mecenas. Hij werd beschermheer van de Koninklijke Harmonie Thorn maar ook van de harmonie van Ohé en Laak (foto coll. KHT). Bij de boekpresentatie was een achterkleindochter present (foto Ansfriedstichting).


Hierover verscheen deze bijdrage in Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad d.d. 23.06.2012, gepubliceerd met toestemming van Media Groep Limburg.


Limburgse tijdreis met tram en bus

Negentig jaar geleden startte voor Limburg een uniek infrastructureel plan. Er zou een enorm tramwegennet aangelegd worden om de mijnwerkers in de mijn te krijgen. Het kapitaal hiervoor kwam van de drie overheden, rijk, provincie en tot slot de gemeenten, die zich verenigden in Gebaltram. De tramplannen hadden met tal van tegenslagen te kampen maar evenzeer met mismanagement. Uiteindelijk, maar veel te laat om niet met een berg schulden te blijven zitten, maakte de Limburgse Tramweg Maatschappij (LTM) de overstap naar de bus. Er braken na de oorlog gouden tijden aan, totdat steeds meer mensen over eigen vervoer konden beschikken. De overheid moest vervolgens alsmaar meer geld voor openbaar vervoer uittrekken. Na jarenlange subsidies kwam het uiteindelijk tot fusies binnen de op kleine schaal opererende inefficiënte vervoermaatschappijen. In 1978 kwam het Verenigd Streekvervoer Limburg tot stand, in 1995 Hermes. Toen dit echter in 2007 door Veolia uit de Limburgse markt werd verdrongen, besloot aandeelhouder Gebaltram tot verzilvering van de aandelen en … tot de uitgave van een boek. Voor de aanschaf van het boek (kosten: € 15,-), zie de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij: www.zlsm.nl.



In negentig jaar openbaar vervoer werd door de LTM en rechtsopvolgers van tram en bus gebruik gemaakt. De cover van de Limburgse tijdreis met bus en tram. Opmaak: Els Lücker, op basis van een ontwerp van Frans Slijpen. Het boek werd aangeboden aan burgemeester Jos Som van Kerkrade, in zijn hoedanigheid als voorzitter van de vereniging van gemeenten Gebaltram. Foto: gemeente Kerkrade.


Onderzoek naar Terlinden, jonkheid en buurtschap

Auteurs: Sjef Kusters en Luc Wolters.
De jonkheid van Terlinden, gelegen tussen Noorbeek, Banholt, Reijmerstok en Slenaken, is voornemens om bij gelegenheid van haar 125-jarig bestaan een jubileumboek uit te geven. In de uitgave zal behalve aan het jongelingengezelschap ook aandacht aan het verleden van de Margratense buurtschap geschonken worden, gelegen aan de splitsing van eeuwenoude landwegen. In opdracht van het jubileumcomité wordt onderzoek verricht naar onder meer het ontstaan van Terlinden, de ligging aan een kruispunt van wegen, putten en poelen, de burgerwacht en de kerkelijke oriëntatie van Terlinden.


Een bijzondere archiefvondst is de tekening van (Noorbeeks) Terlinden, circa 1806-1809.


Biografie van Ailbertus van Antoing

Auteurs: Emile Ramakers m.m.v. Luc Wolters.
Vanuit het bisdom Roermond en de Stichting Ailbertus Rolduc worden pogingen in het werk gesteld een zaligverklaring van Ailbertus van Antoing, die bekend staat als stichter van Rolduc (1104), op gang te brengen. Hiertoe dient bewezen te worden dat Ailbertus een deugdzaam leven leidde, hetgeen historisch onderzoek vergt.


De verering van Ailbertus wordt bevorderd doordat na negen eeuwen een beeld van de stichter in de kerk geplaatst is door de bisschoppen van Roermond en Luik.


Uitgever van historische publicaties

Het boekje over Bisschop St.-Lambertus, is een voorbeeld van een populair geschreven en rijk geïllustreerde uitgave in eigen beheer geschreven en uitgegeven.

 
Presentatie van 'Bisschop St.-Lambertus' aan Bisschop Fr. Wiertz van Roermond.

Terug naar overzicht

Eindredactie

Spiegel van Roermond. Jaarboek van de Stichting Rura.

Diverse auteurs. Redactieteam. Eindredactie sinds 2005: Luc Wolters.
Het historisch jaarboek Spiegel van Roermond verschijnt sinds 1993. Het boek wordt uitgegeven door de Stichting Rura. De redactie stelt zich ten doel de belangstelling voor de geschiedenis van de stad Roermond te stimuleren en de kennis daarvan te vergroten. Daartoe worden publicaties over onderwerpen van (cultuur-) historische aard in het jaarboek gepubliceerd. Artikelen in de Spiegel van Roermond dienen toegankelijk te zijn voor het grote publiek maar tevens te voldoen aan de wetenschappelijke vereisten van deugdelijke annotaties en literatuurverantwoording. Indien mogelijk en verantwoord adviseert de redactie auteurs over de inhoud van hun artikelen. Uiteindelijk wordt in het kader van de eindredactie samen met de auteur beslist over de definitieve tekst en vormgeving. (Zie: https://spiegelvanroermond.com/).


Jaarboek Spiegel van Roermond.


De Munsterabdij van Roermond. een ontdekkingstocht door achthonderd jaar geschiedenis van een vrouwenklooster.

Redactie: Hein van der Bruggen, Erik Caris en Luc Wolters. Uitgeverij W Books (2020).
Acht eeuwen. Zolang is het geleden dat in Roermond de Munsterabdij van Onze-Lieve-Vrouwe werd gesticht. De bijzondere, in romaanse stijl opgetrokken Munsterkerk is het enige dat tegenwoordig nog van dit cisterciënzer vrouwenklooster resteert.
Een internationaal team van wetenschappers presenteert een breed scala aan onderwerpen uit de rijke geschiedenis van de abdij: architectuur, bouwsculptuur, bouwmaterialen en hun bewerkingsmethoden. Ook recente vondsten komen aan bod: zoals de ca. vijftig heilige reliekhoofden en enkele met beenderen gevulde ledenpoppen. Natuurlijk krijgen ook de toevoegingen van Pierre Cuypers aandacht. Het verhaal over de sloop van de laatste abdijgebouwen in 1924 laat zich tot slot lezen als een detectiveverhaal.


Rond het thema van de 800-jarige Munsterabdij van Roermond zijn vele wetenschappelijke artikelen gebundeld.


Nt2 Mundium College 1992-2017.

Geschreven door Jean Beyers (2017), eindredactie: Luc Wolters.
Nt2 staat voor Nederlands als tweede taal. Dit onderwijstype is dus vooral van toepassing voor kinderen die in Nederland met een immigratieachtergrond gekomen zijn, veelal als vluchteling. Het Mundium College, een samenwerkingsverband van BC Schöndeln en het Stedelijk Lyceum, wordt daar werk van gemaakt.


Aan het Mundium College wordt Nederlands ook als tweede taal gedoceerd.


Rechtspraak in Roermond. Van Soevereine Raad naar Rechtbank Limburg (1580-2012).

Redactie: A.M.J.A. Berkvens, H.J.J.M. van der Bruggen en R.M.L.M. Magnée (2013).
Eindredactie: Luc Wolters.
Vanaf de vestiging van de Soevereine Raad in 1580 tot aan de opheffing van het arrondissement Roermond per 2012 is Roermond een belangrijk zelfstandig centrum van rechtspraak geweest. Meer dan 200 jaar lang sprak het Hof van Gelre in hoogste instantie recht binnen het Overkwartier van Roermond. Eind 1795 werd het de vestigingsplaats van een moderne rechtbank, gebaseerd op de principes van de scheiding der machten. Zowel chronologische en thematische aspecten van de rechtspraak komen aan bod, evenals biografieën van presidenten en anderen komen aan bod.


Het rechtspreken kent in Roermond een lange historie.


Roermond. Beeld van een stad

Uitgave: X-CAGO. Diverse auteurs. Redactie: Luc Wolters.
Verleden, heden en toekomst van Roermond, hét kloppend hart van Midden-Limburg. Naast de geschiedenis van de stad, beroemde Roermondenaren en monumentale gebouwen, ook een groot aantal interviews. Het boek telt talrijke historische foto’s, luchtopnamen, gravures, schilderijen en portretten. Verleden wordt tegenover heden geplaatst: een bijdrage over de architecten Pierre Cuypers versus Maarten Engelman, de kunstenaars Henry Luyten en Joep Nicolas versus Loreta Visic of de spotprenttekenaars Louis Raemaekers versus Joep Bertrams. Voorts o.a. de drie Roermondse premiers, Ruys de Beerenbrouck, Beel en Cals alsook voor de actuele politicus Jos van Rey.
Auteurs o.a.: Jozef de Beenhouwer, Hein van der Bruggen, Erik Caris, Loek Kreukels, Wies van Leeuwen, Hans van de Mortel, Ariane de Ranitz, René Roosjen, Roel Schenk en Han Walraven. Ruim 300 pagina’s met honderden unieke foto’s. Zie: www.x-cago.com/.



Dood, maar niet vergeten

Auteur: John Vaessen.
Uitgave: Stichting Oude Kerkhof www.oudekerkhofroermond.nl (2011).
John Vaessen is een enthousiast kenner en gids op de fascinerende begraafplaats ‘d’n Aje Kirkhaof’ te Roermond. Hij had zoveel gegevens verzameld over de plek en de mensen die er begraven zijn, dat een publicatie voor de hand lag. Die maakt mensen wegwijs op de begraafplaats, die opgedeeld is in een groot katholiek deel, maar ook delen voor protestanten, Joden, atheïsten of ongedoopten (‘verlaore kirkhaof’). Overledenen uit alle geledingen komen aan bod: adel en kermisadel, bisschoppen en kloosterlingen, architecten en musici, zoeaven en Ridders der Militaire Willemsorde, gegoede families met grafkelders en vele middenstanders.


De Oude Kerkhof in Roermond is een begraafplaats met verrassingen en beroemdheden. Deze werd gebouwd op last van keizer Jozef II. Het boek laat licht schijnen onder meer op de grafkapel van de bisschoppen van Roermond, de zoeaaf, die ten voeten uit nog immer de weg naar Rome wijst, en het beroemde ‘graf met de handjes’, die protestant en katholiek in de dood verenigen.


Begraven in Limburg

Auteurs o.a.: Maurice Heemels, Sef Derkx, Jac van den Boogaard en Guus Rüsing.
Uitgave: X-CAGO (2009). Eindredactie en publicatiebegeleiding: Luc Wolters.
Voor het realiseren van een monumentale expositie en een boek over begraven en graven in Limburg, hadden museumdirecteur Jos Schatorjé van het Limburgs Museum en de multimediale uitgever Koos Hussem van X-CAGO uit Roermond een groep deskundigen rondom zich verzameld. De Zuid-Afrikaanse fotograaf Obie Oberholzer is door de provincie op pad gegaan om op tal van plaatsen uitzonderlijke graven of graven van uitzonderlijke personen te fotograferen. Zie: www.x-cago.com.



In het boek en de expositie Begraven in Limburg komen bijzondere personen (zoals Victor de Stuers of generaal Dibbets), graven (het graf van Frowein in het Eyserbos) en begraafplaatsen (zoals Ysselsteyn) aan bod. Fotografie: Obie Oberholzer (links).

Terug naar overzicht

Divers: adviezen, beeldredactie, ontwerpen

Lezingen

Avondvullende lezingen over uiteenlopende onderwerpen, maar meestal in verband met lopende onderzoeken of voorhanden kennis.
Vaak voor heemkundeverenigingen in Limburg, het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, maar ook voor studenten in Groningen, schuttersorganisaties in Turnhout en Kasterlee (B.) en heemkundigen in Laurensberg (D.).


Rondleidingen

Op plekken of in plaatsen met een rijke historie kunnen rondleidingen gegeven worden. Meestal gebeurt dit naar aanleiding van lopende onderzoeken of voorhanden kennis die op een aantal plekken betrekking heeft. Het is ook mogelijk op andere locaties of in steden, of ook naar aanleiding van een speciaal onderwerp, maar dit vergt dan wel een grotere voorbereidingstijd.


Duizend kerkverhalen

In opdracht van het bisdom Roermond worden voor alle in dienst zijnde kerken in Limburg drie verhalen geschreven bij objecten uit het kerkgebouw (ca. 330 kerken, dus bijna 1000 verhalen!). Dit gebeurt als een vervolg op de inventarisatie van het kerkelijk kunstbezit door twee kunsthistorici. Zij beschreven en fotografeerden objecten als beelden, preekstoelen, doopvonten, glas-in-lood-ramen, kelken, monstransen, kazuifels en andere gewaden, relieken, gedenkstenen en al het andere dat de moeite waard is.
Om dit kerkelijk kunstbezit wat beter onder de aandacht te brengen, worden hieraan de verhalen toegevoegd, bijvoorbeeld over bijzondere heiligen of priesters, opmerkelijke initiatieven of donaties, betrokkenheid van adellijke lieden of juist van de dorpsgemeenschap, het noodlot zoals oorlogsgeweld of natuurrampen die de parochie teisterden. Hierbij komen heel wat opmerkelijke feiten en verhalen aan bod. Zoals alle onderwerpen met een grote historie, bieden ook de parochies en kerken heel wat uitzonderlijke achtergronden en verhalen. Ze worden dankzij de Provincie Limburg straks allemaal gepubliceerd.




Samenstelling teksten en foto’s:
Website en gedenkteken Oranjeplein oorlogsslachtoffers (2020)

Opdrachtgever: gemeente Simpelveld i.s.m. comité 75 jaar Vrijheid en Democratie.
Bij het gedenkteken op het Oranjeplein dat herinnert aan de gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog, is op initiatief van het heemkundig comité 75 jaar Vrijheid en Democratie een informatieblok geplaatst waarop de namen van de oorlogsslachtoffers voorzien zijn van foto’s met een korte toelichting (2020). Hiermee krijgen de namen een gezicht. Op de website zijn uitgebreidere levensschetsen van alle slachtoffers uit Simpelveld en Bocholtz na te lezen. Zie: www.simpelveld.nl/algemeen/oorlogsslachtoffers_3745/.
Eerder werd een gedenkplaquette geplaatst bij het voormalige klooster in Wahlwiller (2015), waarmee de ‘Klap van Wittem’ werd herdacht (21 juli 1944), waarbij tien verzetsmensen werden opgepakt, van wie de meesten de concentratiekampen niet zouden overleven.


Dankzij het draaibare informatieblok wordt bij het gedenkteken toelichting gegeven op de oorlogsslachtoffers die er een gezicht door krijgen. Een website biedt nog veel meer achtergrondinformatie.


Beknopte, maar intensieve stichtingshistorie vastleggen:
Historie stichting in het bedrijfsleven

Een stichting die zich bekommert om de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in Limburg (in het bijzonder de oude mijnstreek), verzocht na het wegvallen van de vorige, initiërende voorzitter, om een beschrijving van de totstandkoming, de uitgangspunten en de doelstellingen van de stichting. Deze doneert aan medisch-wetenschappelijk onderzoek en participeert in bedrijven en bedrijfsinitiatieven in de genoemde regio. De (interne) historische beschrijving dient het vastleggen van datgene dat bereikt is, en ter introductie voor nieuwe bestuursleden.


Bedrijfshistorie biedt dikwijls een nieuwe kijk op productie en bedrijvigheid.


Interviews en beschrijving:
Levensschets echtpaar

Een echtpaar op leeftijd wenste na een rijk en werkzaam leven iets bijzonders na te laten aan de kinderen. Daar de echtgenoot groot interesse voor genealogie had, wilde hij de stamboom verder laten uitpluizen. Maar de kinderen voelden meer voor een levensschets van hun ouders. Aan de hand van interviews en uitgebreide documentatie werd die levensschets geschreven die verluchtigd met vele schitterende foto’s uit het familiealbum en voorzien van bijschriften tot een fraaie productie leidden. Uitgave op kleine schaal.


Een levensschets geeft een persoonlijke verdieping. Diagram familie: Freepik.


Teksten en illustraties verzorgen:
App-wandelingen ‘Plettenberg-route’ en ‘Vakwerk-route’

Opdrachtgever: gemeente Gulpen-Wittem (2015)
De gemeente Gulpen-Wittem investeert in het meer zichtbaar en beleefbaar maken van haar cultureel erfgoed. Ze lanceerde in 2015 twee app-wandelingen van ieder acht kilometer lengte: de eerste heet ‘Voetsporen van Von Plettenberg’ en de tweede staat in het teken van ‘Wandelen langs vakwerkhuizen’. Beide apps zijn gratis te downloaden via de App Store en Google Play Store. De presentatie vond plaats tijdens een feestelijke bijeenkomst in kasteel Wittem, waarbij onder andere burgemeester Van den Tillaar en ‘Ferdinand von Plettenberg’ (als re-enactor) acte de présence gaven.


App-wandelingen dienen het toerisme; bezoekers krijgen snel en ter plekke tekst en uitleg over kerken, kastelen en boerderijen.


Advies, begeleiding, auteur:
Begeleiding erkenning van de cramignon als nationaal immaterieel erfgoed
(2018-2020)

De cramignon is een muzikaal begeleide volksdans die momenteel jaarlijks invulling krijgt in het uiterste zuidwesten van Limburg, maar ook in het aangrenzende deel van Wallonië. Een grensoverschrijdend cultureel fenomeen dus. Om hier meer waardering voor te genereren en er attent op te maken hoe bijzonder het grensoverschrijdende karakter is, is een internationaal comité samengesteld met bestuurders en deskundigen. Aan Belgische zijde is dit uitgemond in de erkenning als nationaal immaterieel erfgoed. Op Nederlands gebied is de aanmelding desbetreffend gedaan. Voorts is een artikel in De Maasgouw (2020, nr. 1) verschenen alsmede een interview op L1 radio uitgezonden.


Immaterieel cultureel erfgoed als de cramignon wordt internationaal beleefd en verdient erkenning (foto’s: Mheer en Eben-Emael).


Historisch advies:
De plaatsnaam Fromberg (2018)

Fromberg is de naam van een gehucht in de buurt van Etenaken-Wijlre. Het onderzoek vond plaats in opdracht van Ceres Wijndomein, dat in de bedrijfsvoering de ligging van het bedrijf en wijngaard nabij Fromberg wilde benutten. In dit onderzoek werd kort en bondig de geschiedkundige kwestie aan de orde gesteld: waar heeft de naam Fromberg historisch gezien betrekking op, zowel als toponiem als qua locatiebenaming? Is dat het gehucht of wordt in de naam toch verwezen naar een berg en waar ligt die dan?


Heeft het toponiem Fromberg betrekking op een ‘berg’ of toch niet?


Genealogisch onderzoek – samenstelling publicatie:
Familiegeschiedenis Allertz

Op verzoek van een telg uit de familie Allertz is er een intensief onderzoek gestart op basis van de eerder verzamelde genealogische gegevens en de vele foto’s. De data zijn verwerkt en verrijkt met verhalen die beogen de personen meer tot leven te laten komen. Ook is contact gezocht met andere familieleden om na te gaan welke verhalen zij aan de familiegeschiedenis toe kunnen voegen.


De familiestamboom als basis voor genealogisch onderzoek. Bron: (free) images.


Beeldredactie:
Roermond. Biografie van een stad en haar bewoners.

Auteurs: prof. dr. Peter Nissen m.m.v. mr. Hein van der Bruggen.
Uitgave: Hilversum, Verloren 2014. Maaslandse monografieën 12.
Beeldredactie door: mr. Hein van der Bruggen, drs. Gerard van de Garde en drs. Luc Wolters.
Bij de plek waar de Roer in de Maas uitstroomt, ontstond in de 12e eeuw een nederzetting die begin 13e eeuw uitgroeide tot een stad. Deze werd hoofdstad van het Overkwartier, een van de vier delen van het hertogdom Gelre. Roermond werd een centrum van lakenhandel en maakte deel uit van het Hanzeverbond. Er vestigde zich een groot aantal kloosters in de stad. In de 16e eeuw werd Roermond bisschopsstad en hoofdstad van het Spaans gebleven deel van Gelre. In de 20e eeuw slaagde de stad erin een aanzienlijk deel van haar monumentale karakter te behouden en tegelijkertijd een moderne vestigingsplaats voor industrie en handel te worden. Deze integrale stadsgeschiedenis van Roermond beschrijft de wisselwerking tussen de plek en de mensen die er leefden: een biografie van een stad en haar bewoners.


Behalve de tekst en de uitvoering behoeft een publieksboek veel aandacht voor foto’s en andere illustraties (kaartjes, grafieken, tekeningen, schilderijen, etc.).


Reconstructie en pompontwerp:
Onderzoek put / pomp, kunsthistorisch ontwerp Jabeek

In opdracht van de gemeente Onderbanken (thans Beekdaelen) is door Landschapsontwikkelingsbureau Heukelom-Verbeek (thans Verbeek) in Jabeek de beekbedding (Quabeeksgrub) weer zichtbaar gemaakt. Bij archeologisch onderzoek was een oude openbare put met pompinstallatie gevonden (2009). Overwogen werd deze te reconstrueren. Het onderzoek heeft evenwel niet aan het licht kunnen brengen hoe de Jabeekse pomp er daadwerkelijk uit heeft gezien. Wel is er een aanbeveling voor een cultuurhistorische pompreconstructie gedaan. Hierin waren tal van elementen van heraldische aard en heiligensymbolen verwerkt, gerelateerd aan het wapen van de voormalige gemeente Jabeek. In 2011 is de fraaie pomp, vervaardigd door kunstsmid Guido Luijten, met alle door Luc Wolters ontworpen historische details gerealiseerd. De muizen op de pompzwengel verwijzen naar patroonheilige Gertrudis die als abdis een staf had. Zo ook de spinrag, die de pomp bekroont; op Gertrudis’ feestdag mocht er niet gesponnen worden; bij wie dat toch deed, baten muizen de draad door. Er wordt ook gerefereerd aan de wereldlijke heer: het geslacht Huyn van Amstenrade, dat in zijn wapen een slangenkopkruis voert met een wapenschild met drie bollen. De bollen zitten op de pompbekroning, terwijl het slangenkopkruis de watermond omringt, die op zijn beurt de vorm van een slangenkop heeft.


Tal van historische elementen zijn verwerkt in de dorpspomp van Jabeek (foto’s: auteur)


Lid Kerkelijke rechtbank:
Dossier Heiligverklaring Ailbertus (Rolduc)

Hoewel het negen eeuwen geleden is dat Ailbertus leefde en onder meer het klooster Rolduc (Kloosterrade) stichtte, heeft hij ook een actuele boodschap. Namelijk als representant voor de individuele mens, die zoekt naar God. Dat hield bisschop Wiertz zijn gehoor voor bij de installatie van de kerkelijke rechtbank, die de deugden en het leven van Ailbertus kritisch zal onderzoeken en beoordelen. Dit is een stap richting de mogelijke zalig- en heiligverklaring van Ailbertus. Van een dergelijke kerkelijke rechtbank maakt standaard ook een aantal historici deel uit. Daar Luc Wolters eerder Emile Ramakers bij het schrijven van een biografische schets van Ailbertus mocht ondersteunen, viel hen beiden nu de eer te beurt op 11 mei 2012 geïnstalleerd te worden als lid van genoemde rechtbank.


Een kerkelijke rechtbank onderzoekt de deugden en het leven van Ailbertus.


Teksten en illustraties voor app verzorgen:
Historische Bronkroutes Gronsveld en ’s-Gravenvoeren

Twee processieroutes uit vroeger eeuwen dienen elk als route voor een wandeling. Deze routes zijn beschikbaar als app op de mobiele telefoon, maar ook te volgen via een folder. De gemeente Eijsden-Margraten is initiatiefnemer en wil op deze wijze middels oude processieroutes aandacht vragen voor lokale cultuur en religie. De hiervoor ontwikkelde app biedt vele achtergronden, in tekst, beeld en geluid. Over de eeuwenoude processie, de route, de lokale tradities en rituelen en de rol van de Kerk en verenigingen als de schutterij.
Patroonheilige Martinus van de parochie Gronsveld leidt de wandelaars de weg. Er is een bewegwijzering met zijn logo. Daar was vóór 1800 een vaste traditionele route van toepassing. Ofschoon vandaag de dag in Gronsveld eens in de vier jaar sprake is van de ‘Grote Bronk’ (grote processie), was de route destijds nog veel langer. Want behalve Gronsveld met zijn molen en Rijckholt werd ook Eckelrade aangedaan.
De tweede route komt vanuit ’s-Gravenvoeren (B.) en die kent nog een langer traject, dat loopt via Mesch, Libeek, Mheer, Noorbeek en Schophem.
De routes zijn echo’s uit een ver verleden. Vanuit de oude dorpen in het Maasdal of dal van de Voer werden omstreeks de elfde eeuw dorpen op het plateau gesticht. Er moest toen meer landbouwgrond komen omdat de bevolking groeide. De bij de kolonisatie van het plateau gestichte dorpen bleven eeuwenlang in een gezagsverhouding tot het stichtende dorp staan. De eeuwenoude processieroutes weerspiegelen dus de toenmalige gezagverhoudingen.



Bij de Groete Bronk in Gronsveld wordt het dorp gesierd en mag de schutterij niet ontbreken. De oude bronkroute vertrekt vanaf de kerk, voert door het Savelsbos langs een plek met mergelwinning, doet Eckelrade aan om via Rijckholt terug te keren. De route vanuit ’s-Gravenvoeren klimt vanuit het dal van de Voer het plateau op.


Historische en inhoudelijke adviezen:
Documentaireserie ‘Langs ’s heeren wegen’

Dit is een serie over klein religieus erfgoed, gemaakt voor de omroepen in Nederlands-Limburg en Vlaanderen. In elke aflevering wordt een tweeluik geboden van religieuze tradities in beide landen, die zich goed aanvullen. Zo wordt voor de Mariaverering een bezoek gebracht aan Heppeneert bij Maaseik en aan de Onze Lieve Vrouwebasiliek te Maastricht. Het heilig Paterke van Hasselt komt aan bod evenals het gewijde zand van Sint-Gerlach te Houthem, de Sint-Pauwelsviering te Galmaarden, het Steylse Sint-Maarten kinderfeest, de pelgrimage naar Sint-Brigida – die het vee beschermt – te Noorbeek, de Antoniuskermis in Hoksent met verkoop bij opbod van varkenskoppen en de devotie tot Sint-Barbara in de gedachteniskapel in Terwinselen. Het programma biedt integere en indringende beelden van religieus erfgoed, zoals dit tot de dag van vandaag beleefd wordt. Luc Wolters heeft documentairemaker Hölscher RTV van historische adviezen mogen dienen.


Veel van het culturele erfgoed in de zuidelijke Nederlanden kent nog een religieuze basis. Sprekende voorbeelden zijn de Sint-Pauwelsviering, pelgrimages naar Sint-Brigida, de Sint-Maartenviering of de varkens bij de Sint-Antoniusviering.


Historisch onderzoek en advies:
De galg van de heerlijkheid Mheer

Voor de gemeente Margraten ben ik op zoek gegaan naar de exacte locatie van de galg of gerechtsplaats waar de criminele justitie werd voltrokken door het schepengerecht van de heerlijkheid Mheer. Aan de hand van een zeventiende-eeuwse bron was bekend dat de ligging langs de doorgaande Maastrichterweg gelokaliseerd moet worden. Er werd onderzoek verricht in de Archives de l’État in Luik en gecorrespondeerd met het rijksarchief in Brussel en het Oostenrijks archief in Wenen omtrent het bestaan van nauwgezette kaarten (‘cadastre Thérésien’). De locatiebepaling bij Mheer was nodig om er een zogenaamde ‘landmark’ in het landschap te plaatsen (‘galling’). Kunstenaar Loe Wouters maakte een eigentijdse galguitvoering (2011).


Een executieplaats, waar veroordeelden of oorlogsmisdadigers worden opgehangen. Zowel hier als op het schilderij van Brueghel (r.) is er een variëteit aan galgen. Op enkele rust bovenin een rad. Dit werd gebruikt voor het zogenaamde radbraken: het breken van ledematen, terwijl het lichaam op het rad is vastgebonden. Op beide executieplaatsen is derhalve 'galg en rad' zichtbaar, conform de uitdrukking 'opgroeien voor galg en rad', d.w.z. eindigen als veroordeeld crimineel.


Inventarisatie Karolingisch erfgoed:
Karolingische weg Herstal/Luik – Aken

De driehoek Luik – Aken – Maastricht kan bogen op een rijk Karolingisch erfgoed. Er waren plannen om met de route van Herstal-Luik naar Aken de levensloop van Karel de Grote te karakteriseren. Karel – de ‘Vader van Europa’, gezien het immense rijk dat hij bestuurde – zou geboren zijn in de koninklijke palts Herstal. De route volgt de Maas stroomafwaarts via Visé richting Berneau en ’s-Gravenvoeren, waar een Karolingische koningshoeve stond. De plaats staat symbool voor de latere rijksdelingen die hebben plaatsgevonden onder de nakomelingen van Karel de Grote. Diens rijk was te omvangrijk voor één persoon om te besturen. De authentieke route liep door de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem en Vaals. Oude zaalkerkjes slaan de brug naar een ver verleden, waarin deze contreien geliefd jachtgebied van Karel de Grote waren. Zo geraken we voor de poorten van Aken, dat door Karel de Grote tot hoofdstad werd bestempeld en waar een prachtige palts verrees met keizerlijk paleis en kerk met octogoon. Deze werd de grafkerk voor Karel de Grote, die in 814 in Aken stierf. Er werd een regionale samenwerking beoogd om het Karolingisch erfgoed onder de aandacht te brengen. Voor dat doel is een promotiefilmpje gemaakt.



Het leven van Karel de Grote is goed te volgen langs de route Luik-Aken. In Luik leeft de keizer voort in een standbeeld, terwijl de Dom in Aken zijn grafkerk vormt. De route door drie landen is uitstekend gedocumenteerd.


Historisch onderzoek in het voorstadium van landschapsontwikkeling:
Het Proosdijpark van Meerssen

De gemeente Meerssen bekommert zich om het centraal gelegen Proosdijpark en had de landschapsarchitecten van Heukelom Verbeek gevraagd hiervoor een plan te ontwikkelen. Het park refereert aan het eeuwenoude instituut van de proosdij. In Meerssen troffen zich in de negende eeuw nazaten van Karel de Grote om het rijk op te delen. In de tiende eeuw werd het land geschonken was aan de abdij van Reims. Meerssen werd bestuurd door een geestelijke, de proost. Zijn goed, de proosdij, ontwikkelde zich tot een ensemble van een kerk, het huis van de heer en de daarbij horende hoeve (waarin thans de gemeente huist). Het daaraan grenzende proosdijpark behelsde grote vijvers en tuinen. Sinds de Franse tijd zijn er diverse particuliere eigenaren geweest die het proosdijpand en -park aangepast en uitgebreid hebben (zoals de portierswoning, Gloriëtte en de brug als folly). In de twintigste eeuw waren er tal van kerkelijke wijzigingen, zoals de uitbreiding van de kerk die basiliek werd en de bouw van het zusterklooster en de Vredeskapel. Historisch onderzoek (2009) plaatste de gebeurtenissen in hun tijd, zodat de gemeente goed van advies kon worden gediend.


Het centraal gelegen Proosdijpark in Meerssen kent een oude historie. Het ensemble dat is samengesteld op grond van kerkelijke en wereldlijke macht van de proost is in de negentiende en twintigste eeuw sterk gewijzigd. Echter met de basiliek en de gemeente zijn beide pijlers nog vertegenwoordigd.


Historisch-cultureel advies en begeleiding aanvraag:
Het OLS als immaterieel cultureel erfgoed

Tijdens het Oud-Limburgs Schuttersfeest (OLS) 2008 in Opoeteren lanceerde de Vlaamse Minister Bert Anciaux het plan voor aanmelding van het OLS bij de representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid van de UNESCO. Op grond hiervan is door het OLS een werkgroep geformeerd. De eerste aanmelding van het grootste Limburgse schuttersfeest heeft geleid tot erkenning op Vlaams niveau. Daar het OLS niet alleen betrekking heeft op Belgisch-, maar ook op Nederlands Limburg, had Anciaux zijn Nederlandse collega Plasterk van Cultuur gevraagd om eveneens het OLS te erkennen en het UNESCO-verdrag inzake het immaterieel cultureel erfgoed te ratificeren. In overleg met de Provincie Limburg en de dienst FARO is gewerkt aan een dossier, met diverse teksten en verantwoordingen, alsmede een film. Het filmscript en overige documentatie werden verzorgd door Luc Wolters, de beelden en montage door Bart Hölscher van Hölscher RTV te Baarlo. Het OLS is ook in Nederland erkend als immaterieel cultureel erfgoed.


Vlaams Minister Anciaux (links) hield een pleidooi voor opname van het OLS bij het Unesco cultureel erfgoed. President Michels (midden) van de OLS-Federatie maakt er werk van en gouverneur Frissen (rechts) van de Provincie Nederlandse Limburg zegde steun toe.
Foto’s: Fred Vliegen.


Planontwikkeling:
Landschapsontwikkelingsplan Margraten

Ten behoeve van het Landschapsontwikkelingsplan had de gemeente Margraten aan de landschapsarchitecten van Heukelom Verbeek gevraagd het plan ‘Buitengewoon Margraten’ op te stellen. Hierin waren nog enkele historische lacunes, die wethouder Armand Opreij graag ingevuld zag. Zo zijn de archeologische monumenten van Margraten nader onder de loep genomen om te zien of zij voor de landschappelijke plannen een aanvulling kunnen vormen. Zo blijken de prehistorische vondsten inzake vuursteenwinning- en bewerking en bewoning uit de periode dat de mens van jager boer werd, in de gemeente goed vertegenwoordigd. Tevens is een Middeleeuwse weg gereconstrueerd en is een kruispunt met richtingaanwijzers in de vorm van een ridderspoor gevonden. Tal van aanknopingspunten dus om er het landschap mee vorm te geven.


Aandacht voor vuursteenwinning in Margraten, dat uit deze periode veel archeologische monumenten telt. Het ridderspoor wees mensen de richting naar Maastricht en Limbourg (B.).


Historisch onderzoek, aanvullend op archeologie:
Adellijk huis Beegden

Het Huis Beegden zou het middelpunt van een nieuwe woonwijk met circa zeventig huizen en appartementen worden. Dit plan werd gerealiseerd door Krijtenberg Projectontwikkeling. Vooraf werd door Archol het archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. In haar aanbeveling aan de Provincie pleitte het archeologisch bureau voor nader historisch onderzoek naar de bouw van het huis en het gebruik van de term kasteel. Dit de archeologie ondersteunende onderzoek werd door Historie Present verricht, waarbij de historie van het huis gedegen in kaart werd gebracht (2008). De oudste belening voert ons terug naar 1440. Sindsdien komen we families als Van Merwijck, Van Baer, Van der Voordt, Van Baexem, Van Elmpt, Croll, Fostier, Van Buggenum, Montforts, Van Ass, De Horion en Joppen tegen als eigenaars cq. bewoners. Mede dankzij het historisch onderzoek is het archeologisch vooronderzoek gecompleteerd kunnen worden en hebben de bouwplannen geen vertraging opgelopen. Zie ook: www.krijtenberg-beegden.nl.


Vogelvlucht van het projectplan Krijtenberg met centraal daarin de hoeve van het huis Beegden. Illustratie: Krijtenberg Projectontwikkeling bv. Het Huis Beegden (‘Thuis tho Baer’) uit RHCL kaartencollectie en het wapen Van Baer.


Vertalingen:
Tweetalig schuttersmuseum Neuss

Het Rheinisches Schützenmuseum Neuss mit Joseph-Lange-Schützenarchiv heeft in het kader van de euregionale samenwerking van diverse musea onder de noemer Flashback – Tijdreizen tussen Maas en Rijn – besloten tot een tweetalige presentatie. Om de Duitse teksten over het schutterserfgoed te vertalen, riep conservatrice dr. Britta Spies de hulp in van Luc Wolters, die immers conservator van het Limburgs Schutterij Museum is. Inmiddels kan het schuttersmuseum in Neuss, de stad die beroemd is om zijn grote schutterskorpsen die eens in het jaar een gezamenlijke parade van duizenden schutters op de been brengt, haar Nederlandse bezoekers in de eigen taal bedienen.


Het Rheinisches Schützenmuseum is gevestigd in het huis Rottels te Neuss en toont tal van schuttersschatten, met een toelichting in Duits én Nederlands.
Foto’s: NGZ-online.


Wijkinventarisatie (waardekaart):
A2 Maastricht – wijkoverzicht

De ondertunneling van de A2-autosnelweg in Maastricht, die de toegankelijkheid van de stad en de leefomgeving moest verbeteren, wierp zijn schaduw vooruit. Een aantal partijen was gevraagd om een inventarisatie van het gebied terzijde van de weg te maken. In het kader van een grotere inventarisatie heeft Historie Present de wijken Witte Vrouwenveld en Wijckerpoort in kaart gebracht (2008). Alle bijzondere gebouwen, historische infrastructuur en opmerkelijk groen hebben zich een plaats op de waardekaart verworven. Op grond hiervan kregen de stedenbouwkundige planners inzicht in het bijzondere erfgoed in beide wijken. Inmiddels is de Willem Alexander-tunnel gerealiseerd en worden de wijken verder ontwikkeld.


Aan weerszijden van de A2 zijn in Maastricht enkele bijzondere gebouwen aan te treffen, zoals de Levensschool Pater Fortis, thans opvang voor het Leger des Heils, of de Gemeenteflat uit 1949, ontworpen door architect Dingemans.


Onderzoek naar oorlogsverleden Tony Vorderman:
BBC-programma ‘Who do you think you are?’

De BBC kent een succesvolle serie, waarin het verleden van de voorouders van Britse TV-celebrities onder de loep wordt genomen. Het programma ‘Who do you think you are?’ beoogt aan te sluiten bij de bredere historie. Voor het onderzoek naar de vader van Carol Vorderman, Tony of Tonny Vorderman uit Breda, wees het spoor naar Venlo-Tegelen en naar de illegaliteit. Gesprekken met verzetsstrijder Leo Jans brachten niet het gehoopte resultaat. Uit onderzoek van Luc Wolters is gebleken dat Tony Vorderman zich tijdens de laatste maanden van 1944 in Tegelen bevond en verbleef in hotel Geisler. Hij was bevriend met Arthur de Rooy, met wie hij de illegale BBC-radiozender beluisterde en de berichtgeving uittypte en stencilde. Onder de titel ‘Snoekje’ werden dit illegale blaadje in Tegelen huis aan huis verspreid. Echter het werd verraden en in allerijl moesten alle medewerkers en nog enkele onderduikers de Maas over naar bevrijd gebied. Bij de nachtelijke overtocht werden ze beschoten door de Duitsers, waarbij De Rooy het leven liet. Tony Vorderman moest vooralsnog op bezet Tegels gebied onderduiken. Zodra hij op bevrijd gebied was, meldde hij zich bij de troepen om aan Nederlandse zijde vanuit Engeland mee te strijden. Hij trouwde er en kreeg kinderen, van wie Carol er één is. Hij overleed tijdens de BBC-opnames. Hierdoor werd het verhaal van historicus Luc Wolters over de illegale activiteiten tijdens de laatste oorlogsmaanden extra emotioneel voor Carol.
De BBC-documentaire, geregisseerd door de prijswinnende Stuart Elliott, is op 27 september 2007 uitgezonden. Het onderzoek is uitgevoerd met dank aan Geert Konings, Tegelen, en het Gemeentearchief Venlo.



In Tegelen werd onder meer door Tonny Vorderman een illegaal krantje uitgegeven. Toen dit verraden was, werd in allerijl een faliekant mislukte poging ondernomen om in de winternacht de Maas naar bevrijd gebied over te steken.


Oral history interviews:
Geschiedenis van Simpelveld/Bocholtz

De gemeente Simpelveld heeft via Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis, opdracht verstrekt voor het opnemen van enige interviews over de geschiedenis van de kernen Simpelveld en Bocholtz. Deze interviews beogen de mondelinge overlevering te stimuleren, die een aanvulling is op datgene dat reeds in geschiedschrijving of archieven vervat is. Geïnterviewden, dames en heren, vertelden vrijuit over tal van ervaringen, onder meer over hun schooltijd, het alomvattende kerkelijk leven, de kermis en de Simpelveldse bioscoop, de aanleg van elektriciteit en waterleiding, het verenigingsleven, de piramidebouw door de gymnastiekverenigingen, de na-ijver tussen harmonie en fanfare in Bocholtz, waar zelfs de burgemeester partij in koos, het vaak armoedig bestaan van kleine keuterboeren, de tractor die het trekpaard vervangt, dikwijls reeds verdwenen ondernemers en winkeliers, oorlogservaringen en een controverse tussen pastoor en burgemeester.


Twee personen die hun verhaal voor de camera vertelden, waren Bocholtz-kenner Guus Herbergs en Sjeng Schrijvers (Agricola) van Bosschenhuizen. Voorts verhaalden Tilla Schleck en An Hamers over hun rijke ervaringen.


Wijkinventarisatie (waardekaart):
Verborgen waarden van Roermond

Onder de noemer ‘Verborgen waarden’ heeft de gemeente Roermond een inventarisatie van geheel Roermond en Swalmen laten uitvoeren. Alle panden met een bijzondere architectuur en bouwstijl hebben een nominatie gekregen en vormen met tal van andere opmerkelijkheden (wegkruisen, monumentjes, opvallend groen etc.) uitgangspunt voor een cultuurhistorische basiskaart voor de gemeente. Het onderzoek is uitgevoerd door diverse personen, verbonden aan Res nova.


In het kader van een grootscheepse inventarisatie werden tal van bijzondere gebouwen en kunstwerken voor de gemeente Roermond in kaart gebracht.


Websiteteksten grafelijk familiearchief:
Archief van de graven Van Hoensbroek

Het archief van de graven Van Hoensbroek (von und zu Hoensbroech) is familiebezit en berust te Schloss Haag in Geldern (Dld.). Met toestemming van de adellijke familie is het archief gedigitaliseerd door multimediabedrijf X-CAGO te Roermond. Na de digitalisering is er met medewerking en op instigatie van een aantal betrokken Duitse en Nederlandse archiefinstanties en kasteel Hoensbroek een website vervaardigd onder redactie en met enige teksten van Luc Wolters. Het archief is inmiddels voor publiek toegankelijk.


Het complete archief van de graven Van Hoensbroek is gedigitaliseerd. De archieven kunnen een nieuw licht werpen op de vooral tussen Maas en Rijn machtige familie met een rijk familiebezit, zoals het stamslot Hoensbroek te Heerlen.


Cultuur- en bouwhistorisch onderzoek:
Nieuw IJpelaar te Bavel-Breda

Voor het herenhuis en voormalige klooster Nieuw-IJpelaar, gelegen te Bavel, gemeente Breda, bestonden plannen voor de realisatie van een hotel. Om de monumentale waarde van het herenhuis uit 1866 alsmede de landschappelijke waarde van de in de negentiende eeuw aangelegde tuinen te waarborgen, is samen met Don Rackham voor Res nova een cultuur- en bouwhistorische analyse uitgevoerd.
Res nova is een adviesbureau en kennisnetwerk op het gebied van cultuurhistorie   ruimtelijke ordening. De adviseurs bestrijken een scala dat varieert van het individuele monument tot grootschalige ontwikkelingsprojecten in steden, dorpen en buitengebieden, met name in Noord-Brabant en Limburg. Voor meer informatie, zie: www.res-nova.nl


Het negentiende eeuwse herenhuis Nieuw-IJpelaar in Bavel is aan een grondige cultuur- en bouwhistorische analyse onderworpen. Het gebouw kent bijzonder stucwerk.


Cultuur- en bouwhistorische analyse:
Statig pand ondernemer Deuss, Roermond

De Roermondse ondernemer Balthasar Deuss heeft in 1898 een fraai pand laten bouwen bij de entree van Roermond vanuit het zuiden. Het pand in eclectische stijl is rijk aan versieringen, telt drie verschillende topgevels en kent zelfs een opvallend hoektorentje. Momenteel is er een advocatenkantoor in gevestigd. Het onderzoek was een project van Res nova en behelsde een cultuur- en bouwhistorische analyse.


Een beeldbepalend pand bij de binnenkomst van Roermond. Ernaast de kadasterkaart van het complete perceel.


Publicatiebegeleiding:
Boekje over Petrus Regout

Met het vertrek van de Sphinx-fabriek uit de binnenstad van Maastricht, stond de stichter, de industrieel Petrus Regout (1801-1878), volop in de belangstelling, middels een expositie in het RHCL en diverse lezingen. Tevens zou de bijzondere prentencollectie van Petrus Regout, die hij circa 1866 voor zijn vrienden en familie in boekvorm had laten verschijnen, heruitgegeven worden. De prenten tonen de rijkdom van de familie, het kastelenbezit (Vaeshartelt en Klein-Vaeshartelt, de Grande en Petite Suisse), de fabrieken aan de Boschstraat, de fabrieksbrandweer en de molens aan de Jeker etc. Daarnaast illustreren tal van prenten Regout, stichter van de Maastrichtse aardewerkfabriek en lid van de Eerste Kamer. Het betreft een gezamenlijk initiatief van X-CAGO, Zicht op Maastricht, Gemeente Maastricht en RHCL. Het begeleidende boekje werd geschreven door drs. Jac van den Boogaard en dr. Loek Kreukels. Publicatiebegeleiding namens X-CAGO lag in handen van Luc Wolters (2006).



De Maastrichtse ondernemer Petrus Regout, de ‘pottekoning’, met één van de prenten uit zijn fameuze album, die opnieuw zijn uitgegeven.


Historie presenteren in documentaire:
Documentairereeks ‘de kirk in ’t midde’

Voor Omroep Krijtland werd samen met presentator en documentairemaker Henk Kroese al wandelend een bezoek gebracht aan de kerken in de gemeenten Gulpen-Wittem en Vaals (2006-2009). Per uitzending kwam een kerk aan bod, waarbij werd ingegaan op de plaatselijke en de bouwhistorie, de kerkpatroon, schilderijen, glas-in-lood ramen, beelden en kruiswegstaties, kortom alles dat een bepaalde kerk bijzonder maakt. Bovendien werd het oude kerkelijk zilver en vaatwerk bekeken, werd de toren ingeklommen en soms zelfs een nootje meegezongen met het orgel.



‘De kirk in ’t midde’ biedt een andere kijk op de kerken in het Krijtland.
Opnames: Omroep Krijtland.


Historische research:
Freelance werkzaamheden voor digitaliseringsbedrijf & uitgeverij

Freelance medewerker van X-CAGO, te Roermond, een bedrijf met als core business het digitaliseren van archieven en het clippen en on-line publiceren van dagbladen. Tevens worden herdrukken van historische uitgaven gerealiseerd en treedt X-CAGO op als uitgever van gedigitaliseerd en geoptimaliseerd archiefmateriaal.

 
Presentatie van ‘Kleur in donkere dagen’ aan Erik Hazelhoff Roelfzema (de ‘soldaat van Oranje’).


Redactiewerkzaamheden:
Limburgs Schutterstijdschrift

Honderden artikelen en stukjes geschreven over alles wat het schutterswezen raakt, zowel actualiteit als de historie ervan. Tevens fotoredactie en drukgereed maken van het tijdschrift.


Terug naar overzicht

Conservator Limburgs Schutterij Museum (LSM) te Steyl

Limburgs Schutterij Museum te Steyl

Het Limburgs Schutterij Museum bestaat al sinds 1976 en was na kasteel Hoensbroek en een schoolcomplex in Stramproy sinds 2001 gevestigd in een deel van een voormalig kloosters in Steyl. Het herbergde een grote collectie exponaten die een beeld schetsen van de schutterswereld in Nederlands- en Belgisch-Limburg. Het is een cultureel erfgoed dat het verdient om bewaard en tentoongesteld te worden. Sinds 2005 is Luc Wolters conservator.


Expositie voor Koningin Beatrix en Kroonprins Filip

Het Oud-Limburgs Schuttersfeest, een groot internationaal schuttersfeest voor de beide Limburgen (Nl. en B.) heeft in 2006 in Stramproy hoog bezoek mogen ontvangen. H.M. Koningin Beatrix van Nederland en Z.K.H. Prins Filip van België bezochten dit grootse schuttersevenement. Het koninklijk bezoek ontving een vendelhulde, liep door een erehaag van schutters, prins Filip schoot zelfs met de zware buks, ze bezochten de muziek- en exercitiewedstrijden en bekeken de beoordeling door de jury van konings- en keizersparen. Aansluitend werd het koninklijk bezoek ontvangen in een expositietent, waar een tentoonstelling vanuit het Limburgs Schutterijmuseum was ingericht. Wim Pijpers en Luc Wolters (beiden redacteur Limburgs Schutterstijdschrift) mochten de koninklijke gasten door de expositie leiden.


Koningin Beatrix interesseert zich voor de tentoonstelling over het schutterswezen.
Foto: OLS 2006 - Harry Hendrikx


LSM getroffen door brand

Op 10 april 2008 werd het Limburgs Schutterij Museum te Steyl getroffen door brand. Met assistentie van diverse korpsen wist de brandweer het vuur te blussen. Door de brand, roetaanslag, instortingen en het bluswater liep de collectie van het museum ernstige schade op. Voor de brand was grote internationale belangstelling. De uit de brand geredde eigendommen en bruiklenen zijn in een loods opgeslagen. Daar werd o.l.v. de conservator wekelijks aan de collectie gewerkt, de actuele inventarisatie, het oppoetsen, reinigen, restaureren etc. Dankzij de brede aandacht voor de collectie en enkele exposities op locatie werd de belangstelling voor dit erfgoed levend gehouden.


Brand in een museum is een rampscenario. Het Limburgs Schutterij Museum kreeg er in april 2008 mee te kampen. Sindsdien is met man en macht gewerkt aan het opknappen en restaureren van de collectie.


Nieuwe museumkerk

Het aan de eredienst onttrokken kerkgebouw van Steyl bleek beschikbaar om er een museum in te realiseren. Met minimale aanpassingen aan het interieur, maar wel met aangepaste vloerverwarming, werd het gebouw voor de expositie beschikbaar gemaakt, waarbij heiligenbeelden en altaar deel uitmaken van de presentatie van het schutterserfgoed. Het museum werd op die nieuwe locatie in 2016 in aanwezigheid van de beide gouverneurs Bovens en Reynders van de twee provincies Limburg, burgemeester Scholten van Venlo en de pastoor Dautzenberg van Tegelen in gebruik genomen.
Doelstelling is het museum toegankelijker maken voor bezoekers en voor educatieve doeleinden. Dit gebeurt door het verbeteren van de presentatie, het organiseren van wisseltentoonstellingen en de verbetering van de audiovisuele ondersteuning daarvan. Tevens wordt veel werk gemaakt van de Europa-brede documentatie over het schutters- en gildewezen en wordt de papieren registratie van bruiklenen etc. geactualiseerd en beter digitaal beschikbaar gemaakt.


Het voormalige kerkgebouw van Steyl huisvest het multifunctionele Limburgs Schutterij Museum.

Terug naar overzicht